Gudmundur R Ludviksson
Wissel 348 28 maart 2008
Het spook en de domineesdochter
Er wordt gezegd, dat een man zijn oog op de dochter van de dominee liet vallen. Maar er was geen sprake van dat hij haar zou krijgen. Of dat nou aan haar zelf lag of haar ouders. Hij vervloekte haar dan en zei “dat hij haar zou krijgen, dood als het niet levend kon.” Niet zo lang daarna ging de man dood, door ergernis en boosheid. Hij werd begraven op het kerkhof naast het huis van de dominee. Dit gebeurde in de nazomer.
Een Jongeling rond zijn twintigste bewaakte de velden rond de pastorie. Op een nacht zag hij een man in lijkkleden vlug van het kerkhof naar het huis binnen gaan. De jongen ging kijken op het kerkhof en zag dat het graf van de man open stond. Hij kon het makkelijk herkennen omdat dit het nieuwste graf was. De jongen vermoedde hoe het in elkaar zat. Hij nam breinaalden en een bol draad mee. Hij zette de bol vast met een knoop in de draad, zodat hij de bol naar zich toe kon trekken door aan de draad te trekken. Hij liet de bol in het graf vallen. Het spook kwam terug, maar kon niet in het graf. De jongen zei dat hij alleen in het graf mocht als hij zijn vragen zou beantwoorden, en zo moest het. De dode zei dat hij van de domineesdochter kwam, en dat hij zijn zin had gekregen als ze sliep.
Ze is nu zwanger en ze krijgt een zoon die dominee zal worden. De eerste keer dat hij zal preken, en zich naar voren draait voor het altaar en het antwoord krijgt: ‘en met uw geest’ - zal de kerk in de grond zinken. Behalve als iemand het lef zal hebben de dominee neer te steken als hij zich omdraait. Nu nam de jongen de draadbol uit het graf, en liet het spook terugkeren.
De domineesdochter kreeg een zoon en kon geen vader noemen. Het werd een slim kind en ging studeren als hij opgeroeide. Hij werd naar school gestuurd, die hij snel met goede cijfers doorliep. Toen hij oud genoeg was werd hij ingewijd als dominee. Inmiddels was de jongen die eerder werd besproken, de meest gerespecteerde boer in het dorp. Hij had met niemand gesproken over wat hem vroeger overkwam.
De dag dat de nieuwe dominee zijn eerste preek ging houden, zat de boer op de eerste rij op het eind van de bank dichtst bij het altaar. En toen de dominee zich omdraaide stond de boer op haalde en mes van onder zijn overhemd en stak de dominee in zijn borst. Nu was iedereen erg geschokt. De boer vroeg of er iemand het ambtsgewaad van de dominee wilde inspecteren die op een hoop lag op de vloer. Er was niets te vinden, behalve drie druppels bloed en een schouderblad, die dit wezen van zij moeder had. Toen de boer het hele verhaal vertelde, werd hij bedankt door iedereen, en God werd geprezen dat het niet erger was verlopen.
Vertaling: Adalsteinn Torsson – Ijslands kunstenaar te Rotterdam
De rode stenen zijn door heel Ijsland te vinden. Het zijn wegwijzers, die in het uitgestrekte landschap onontbeerlijk waren om van het ene naar het andere dorp te reizen.
Curator: Frank Taal